Voor stoppende melkveehouders zijn geiten aantrekkelijk. Met weinig investeringen kunnen ze gewilde en dus rendabele melk produceren. Geitenmelk heeft een prijsniveau dat tegen de 60 cent per liter aan beweegt. Koeienmelkveehouders zijn al blij als de prijs boven de 35 cent blijft. Willen koeienboeren een beetje meer verdienen en een weidegangpremie van 1,5 cent incasseren, dan moeten ze daar flink wat hectares weideland voor hebben. Per hectare vergt dat een te investeren vermogen van gemakkelijk €70.000 of nog aanzienlijk meer.

In stallen
Geiten worden in stallen gehouden. Wie zijn melkveehouderij staakt en het land verkoopt, zit er warmpjes bij en kan ook nog eens beter verdienen aan een liter melk. Niet voor niets steeg het aantal melkgeiten in Nederland het afgelopen jaar met een indrukwekkende 17%.

Geitenbokjes zijn voor de melkgeitenhouderij een kostenpost en er worden er in Nederland steeds meer geboren door de groei van de economisch aantrekkelijke sector. Melkgeiten moeten regelmatig een lam krijgen om melk te kunnen geven. Die kleine geitjes bestaan uit ongeveer de helft vrouwelijke en de helft mannelijke dieren, de bokjes.

Bokken zijn te onaantrekkelijk om af te mesten in Nederland. Daarom gaan ze direct na de geboorte op transport naar Zuid-Europa waar wel een markt voor jong bokkenvlees is. Diervriendelijk is dat niet. Bovendien is het economisch amper rendabel. Als ze niet in Nederland kunnen worden afgemest, is het beter de jonge beestjes direct te doden. Dat lot treft dan ook veel jonge bokken.

Met de actiemaand Goatober probeert ZLTO bokkenvlees maar weer eens op de (menu)kaart te krijgen. Goatober is in 2011 opgezet door de Amerikaanse Erin Fairbanks van Heritage Foods USA en kaasmaker Anne Saxelby. Hun campagne sloeg aan en tijdens Goatober staat bokkenvlees op het menu van 100 restaurants in New York en de rest van de Verenigde Staten. Ook in Nederland promoten hippe foody millenials geitenbokkenvlees omdat ze denken dat dat lekker duurzaam is.